Vanavond de laatste aflevering van dit seizoen van “De Pfaffs” gezien. Ik zal ze missen potjandorie, ik kan weinig programma’s bedenken, op Willy’s en Marjetten na dan, die mijn zondagavond zo kunnen opfleuren. Het meest opvallende aan dit seizoen was de doorgedreven product placement. Op de meest gekke momenten ontspon er zich een dialoog omtrent het correct gebruik van een niet zo heel erg bekend merk stijfsel. De clipjes vlak voor en na het programma volstonden blijkbaar niet, er bleek geld genoeg op tafel te zijn gelegd om deze voor de verhaallijn absoluut onbelangrijke momenten toch de montage te laten overleven.
En dat is geniaal! Waarom stoppen bij het dragen van hemden met logo’s op de kraag, als er zoveel meer mogelijkheden zijn?! Ik heb dan ook besloten om onmetelijk rijk te worden door mijn lichaam te laten sponsoren. Er resten mij niet zo heel veel jaren voor de tempel die mijn lijf nu nog is, begint te veranderen in een kapel die nood heeft aan monumentenzorg. Dus ik dien het ijzer te smeden zolang het nog minder heet is dan ikzelf! En ik zal dit idee combineren met mijn voornemen sinds jaren om ooit een tattoo te nemen. 2 vliegen, 1 klap, und so weiter.
Ik begin met een afbeelding van een streepjescode in mijn nek, met daaronder de boodschap: ‘Ten minste houdbaar tot: zie onderkant zak’. En onderaan m’n scrotum komt dan te lezen ‘dankzij Humo staat hier geen andere onzin’. Desgewenst kan er een, weliswaar bescheiden, illustratie van Jos het Debiele Ei of Reetman naast komen, dat hangt af van het ontwerp van Jeroom en van de prijs die Sanoma Magazines wenst te betalen. En mits een zeer flinke vergoeding, mag er op de rechterkant van mijn prethaak een tattoo met ‘Zo lekker dat je alles vergeet’. Ik vermoed immers dat Philadelphia en ikzelf ongeveer op het zelfde doelpubliek mikken.
Rond m’n navel zet ik een grote letter Q, en daarrond de aangepaste slogan van m’n favoriete junkfoodjoint: ‘Z’n vet laat u nooit meer los’. Op mijn linkerslaap mag het logo met ‘Intel-ligence inside’, en als dat moet dan fluit ik het bijhorende deuntje zelfs als mensen er naar informeren. En een tong-tattoo is schijnbaar nogal pijnlijk, maar het lijkt me wel cool om ‘Freedom of speech’ er op te hebben staan.
Lijf genoeg, de rest laat ik dus bepalen door de markt van vraag ende aanbod. Maar mijn kont verkoop ik het duurst, daar wil ik liefst een eigen ontwerp op. Ik wil op mijn beide gatskaken een grote hoofdletter L. Als ik dan ooit es naar een sauna ga, kan ik nerd-gewijs mijn appreciatie uitdrukken voor een mopje bijvoorbeeld. Ik zet dan een stap voorwaarts, buk me voorover, en kijk! ‘L o L’