Mijn vriend

De TV is mijn vriend. Een vriend met een kabel en een aan-uit-knop. Zonder TV had ik vanavond immers geen aflevering van Slisse en Cesar kunnen meepikken. De originele reeks, van de “Dienst Drama”. Ongepolijste dialecten, het vuur in de stem van Sander Slisse aka Ward de Ravet! En dat mooie beeld van een vroeger dat waarschijnlijk nooit echt bestaan heeft. Ik kan er honderduit mee lachen, en ingehouden meeleven.

Met 1 simpele druk op een toetsje belandde ik bij Canvas, waar ik een dominee Billyzag die met zijn Stop Shopping-koor op kruistocht is tegen de shopocalypse tijdens de feestdagen. Met een welgemikt change-allujah drijft hij de duivel uit je credit card. Het vuur in zijn stem is anders dan bij meneer Slisse, maar het brengt me ook aan het lachen. De animaties met gristelijke iconen waar Jeroom trots op zou zijn hielpen daar wel bij. De camera volgde dan een koppel dat een kerstgarderobe ging kopen voor Lola. De op krediet betaalde outfit werd bijgezet in een enorme kast, en toen kwam Lola in beeld: een hond van het formaat dat je kan doodpissen.

Ik wou van de weeromstuit gaan slapen. Slaapwel vriend TV, hallo vriend PC 😀

Gumor

Ondanks hevig gekoesterde momenten met zonneschijn, wegen de korte dagen zoals elk jaar toch een weinig op mijn humeur. Kort samengevat: op zomerdagen dartel ik rond zonder enige moeite. Ik prijs eender wie voor 2 lichtpuntjes in de schemering:

  1. Binnen exact een weekje beginnen de dagen terug te lengen, en dan is het nog een kwestie van enkele regenachtige maanden vooraleer de zomer weer kan beginnen.
  2. Heel af en toe laat de TV mij al dan niet bedoeld onwaarschijnlijk hard lachen, en daar kikker ik dan van op.

Gisteren heb ik bijvoorbeeld erg luid gelachen toen ik aflevering 11 van “Neveneffecten” bekeek op video, “De landing” om concreet te zijn.  Mucho respecto, alweer. Iets meer dan een half uur lang over en weer geslingerd worden tussen stille bewondering over de mooie beelden (die we in Vlaanderen wel gewend zijn van zondagavond-fictie, maar niet van humoristische programma’s) en lachkriebels, het ontspant een mens.  Die lachkriebels bestrijken het hele scala van gniffelen (“Wij waren hoogstens mis in den oorlog”) tot schateren (“Allez wie gaat er nu voor de komische noot zorgen als er ongemakkelijke stiltes vallen?” … Stilte… Waarop een perfect zelfstandige doch blinde mede-soldaat tegen de vlaggenmast knalt).

Ik word stilaan beter in dingen programmeren, behalve de video dan. Daardoor was de 2e ronde van de Comedy Casino Cup ook op de videoband verzeild geraakt. Het kan aan mij liggen, of aan de jury, maar ik vind dat er dit jaar best sterke kandidaten zijn overgebleven na de voorrondes. Namen en grappen zijn 2 dingen die ik niet kan onthouden, dus ik kan helaas niet navertellen wie ik waarom het grappigst vond. Ik weet alleen nog vaag dat ik gelachen heb met de lekkerste tieten van de hele wereld, met giraffen in den oorlog, en met Japanners die hun verticale geschrift moeten lezen door hun horizontale spleetoogjes. Noem mij geen kenner, maar ik meende dat er wel wat talent stond te ontluiken op dat podium. Maf moment wel: de kandidaat die op voorspraak van het publiek doormag naar de volgende ronde, reageerde op het einde ietwat verbaasd “Ik snap niet dat de mensen mij schattig vinden. Ik ben niet schattig, het ga echt ni zo goe met mij”. OF geestige reactie, OF licht triest (en herkenbaar, ik herinner me dat ik me ook ooit zo gevoeld heb). Benieuwd wat de volgende weken gaan brengen, de deelnemers worden vanaf nu gecoacht door professionale stand-uppers. Hopelijk beslist Canvas om hen te gaan ondertitelen, want ik was niet steeds mee met wat Nigel Williams, Alex Agnew en Hunter Lamoot uit hun botten sloegen.

Vanmiddag heb ik tenslotte nog eens smakelijk gelachen met het Nieuws. De omstreden anti-GSM-straling-chip van *WEGGEBLIEPT* blijkt te werken! Op een “artsencongres in Antwerpen” had men daar empirisch bewijs voor verzameld. Men liet een vrouw plat op een tafel liggen, op haar rug, en ze diende met 1 knie tegen de hand van een onderlegd medicus te dienen. De oefening werd herhaald terwijl de vrouw aan het bellen was, en de weerstand knie versus hand bleek heel wat kleiner! Tot slot dezelfde oefening, maar nu belde de vrouw met een GSM mét straling-chip en tadaaa: de weerstand was groter. Wat als bewijs moest dienen dat de chip werkt. Of het eerste telefoongesprek was gewoon boeiender dan het tweede, wat niet nagetrokken werd door het anker van dienst.