Super-vrouwen

Twee maal per week trek ik naar de plaatselijke supermarkt, om mijn kasten en mijn maag min of meer gevuld te houden (plaats dat ik heb!) En hoewel ik me er bewust van ben dat dit een gemak is zonder gelijke, kijk ik er ook twee maal per week licht tegen op. Behalve tegen het afronden van mijn bezoek…

Twee maal per week ervaar ik de verbazing eigen aan een kind dat een goochelaar aan het werk ziet en, in plaats van de verrassende wendingen toe te schrijven aan vakmanschap en oefening, volhardt in de overtuiging dat hier loepzuivere magie aan het werk is.

Ik ben een chaoot, dus in plaats van mijn winkeltas vol te laden in de volgorde waarmee ik de gewenste winkelwaar tegenkom, ga ik alles zoeken in de volgorde zoals het op mijn briefje staat. Met als voordeel dat ik bijna elke keer iets ontdek dat ik voordien niet zou weten te vinden. Een nadeel van het chaoot-zijn is dat mijn tas binnen de kortste keren overvol zit.

En elke keer, zonder uitzondering, slagen de dames aan de kassa er in om mijn tas zo in te laden, dat er makkelijk nog voor 2 weken proviand had bijgekund! Ik ga aan de band staan met een tas die net niet lijkt te gaan scheuren, en ik verlaat het pand met een bodempje. Waarlijk wonderbaarlijk!

Tot op heden ben ik er nog niet achter of die dames een cursus daartoe volgen, of dat ze van tevoren worden geselecteerd op aanwezigheid van bepaalde genen die ik duidelijk ontbeer of zoiets. Maar laat dat van ondergeschikt belang zijn: laat ons die geweldige eigenschap inzetten waar mogelijk!! Zet een team van deze super-vrouwen op de schikking van de bedden in de asielcentra, en het nijpende beddentekort is opgelost! Laat ze onze steden, parkeerruimtes en bedrijvenzones onder handen nemen, en Vlaanderen zal nog nooit zo ruim zijn geweest. En als ze daarmee klaar zijn, wil ik er graag één uitnodigen bij mij thuis. Voor een kopje koffie of een borrel, en stiekem ook om mijn kasten en lades te betoveren.

Feir

Het is makkelijk om te lachen met reacties van de gemeente op via het e-loket verstuurde grieven, dus als het goed is, zeggen we het ook. En graag zelfs.

Vorige donderdag merkte ik een flinke verzakking op van de klinkers in hetzelfde wegje waar eerder de lantaarnpalen stuk waren. En omdat daar nogal wat zachte weggebruikers passeren, waaronder veel schoolkids, en omdat iets ondernemen meer zinvol is dan janken, heb ik dit mankement nog eens gemeld via ons e-loket.

En kijkt! Dinsdagochtend zat er dit bericht in m’n mailbox:

Bericht in goede orde ontvangen en aan werkleider gesignaleerd voor verder nazicht.

Mijn oorspronkelijke melding was wel een keer of 4 doorgestuurd geweest voor de juiste persoon op de hoogte was, maar kom: een detail. Want vandaag, nog geen week later, bleek de verzakking al helemaal verdwenen! Zeer sterk werk, met dank dus aan mijn gemeente.

Muziek verkopen: you’re doing it right!

De laatste tijd spendeer ik meer en meer computertijd in Ubuntu. Het werkt niet alleen sneller dan onder XP op mijn niet-meer-piepjonge bakje, ik begin er ook van te houden.

Vanavond wou ik nog eens wat muziek horen tijdens het prutsen. Normaal laat ik Rhythmbox dan de liedjes op mijn windows-partitie ophalen, en het duurt eventjes voor mijn collectie helemaal ingeladen is. Tijdens het wachten klikte ik in de linkerbalk eens op Magnatune, een muziekdienst à la iTunes. Alleen gaat 50% van de opbrengst naar de artiesten, en zijn de nummers ook echt helemaal van jou. On the downside: er zitten voorlopig enkel relatief onbekende artiesten in hun aanbod. Er worden op dit moment bijna 600  albums aangeboden van iets meer dan 260 artiesten.

Ook standaard in Rhythmbox zit de catalogus van Jamendo, die meer dan 7000 albums bevat van meer dan 4100 artiesten. Netjes dus. Jamendo werkt ook een ietsje anders dan Magnatune: de nummers in hun catalogus zijn uitgegeven onder een Creative Commons licentie. In algemeen vlaams: ze zijn gratis. Je kan een heel album beluisteren, integraal, en het dan downloaden (via torrent). En het staat je vrij om een bijdrage te betalen die helemaal naar de artiest gaat.

En zo heb ik Bert Jerred leren kennen, een stem met een gitaar, heel aangename luistermuziek. Er zijn meer dan 20 albums van hem vrij beschikbaar. Ik wou er alvast 1 downloaden, ‘Under the stars’, en daar een fatsoenlijke bijdrage voor betalen. En toen liep alles weer vast… Op de meest onhandige momenten bevriest m’n PC onder Ubuntu, nagenoeg altijd als ik een webpagina open. Ik gokte eerst dat het aan Flash lag, maar dat klopt niet blijkbaar. Erg irritant. Ik was ook al halfweg deze post, maar gelukkig slaat de savooistomp zelf regelmatig op wat er al getypt is. Maar Rhythmbox, of beter Jamendo, rammelt nu wel met mijn voeten. Van die hele meneer Jerred is ineens geen nummer meer terug te vinden in de catalogus 😀 Jammer, ook voor hem. Na nog wat snuisteren heb ik nog wel ‘Betrunken in Klappstuhl’ ontdekt, met nummers als ‘Deine Mudda und dein Vadda sind verwandt’ 😀

Maar wat ik echt wou zeggen: deze manier van muziek ontdekken en aanschaffen vind ik geweldig. Je beluistert eerst een heel album, en niet de eerste 30 seconden van een nummer, en de artiest krijgt een fair deel van je bijdrage. Én je kan met de liedjes doen wat je wil nadien, je hoeft ze niet opnieuw te kopen als je een nieuwe mp3-speler hebt of iets dergelijk belachelijks. Zou de Business het met me eens zijn?

Tijd?

Heb ik eens een dag verlof, neem ik me eens voor om allerlei Nuttige Dingen te doen, en wat kom ik tegen op mijn pad? World of Goo! Een heel erg knap, leuk en grappig spel, dat plotsklaps nagenoeg mijn hele dag blijkt te hebben opgeslokt. Ik zou het kunnen beschrijven, maar dan rest er me minder tijd om het te spelen, dus: filmpje!

nIce

Vorige week was het braderij in het mooie Lier. Omdat ik de laatste tijd nogal fan ben van “den toerist uithangen”, en omdat ik er in fijn gezelschap vertoefde, had ik mijn fototoestelletje meegenomen. De geweldige Sint-Gummaruskerk staat al een tijdje in de steigers, en het resultaat mag er stilaan zijn. Bij wijze van extreme make-over nam ik wat foto’s van het schip, dat nog niet gerestaureerd is, en van de toren a.k.a. de Peperbus, die al wel klaar is.

Een uitstekende gelegenheid om nog eens te spelen met aaneengenaaide foto’s. Ik had al veel goeds gelezen over Ice van Microsoft, en wou het eens in een battle gooien met AutoStitch van de University of British Columbia, waar ik al eerder mee werkte.

In beide programma’s heb ik gewoon een nest foto’s gegooid, zonder eerst met instellingen te frutselen. Ice deed er opvallend langer over dan AutoStitch, maar het resultaat mag er dan ook zijn! De pano’s die AutoStitch aflevert zijn kleiner in bestandsgrootte, maar verliezen aan de randen wel stukjes van het beeld. Ice biedt in het werkvenster best veel mogelijkheden (crop, bestandsformaat, percentage…) én laat toe om aan te geven of je met je fototoestel rondgedraaid hebt of steeds bent opgeschoven bijvoorbeeld.

Sterk werk van de mensen van Microsoft Research. De foto’s van de Peperbus werden alleen in Ice foutloos aan elkaar genaaid, AutoStitch heeft die helaas verneukt (pun intended). AutoStitch draait dankzij Wine ook onder Linux, ik heb nog niet ontdekt of dat met Ice ook het geval is.

De foto’s:

Achterkant Sint-Gummaruskerk (Ice)

Achterkant Sint-Gummaruskerk (Ice)

Achterkant Sint-Gummaruskerk (AutoStitch)

Achterkant Sint-Gummaruskerk (AutoStitch)

Toren Sint-Gummaruskerk (Ice)

Toren Sint-Gummaruskerk (Ice)

Toren Sint-Gummaruskerk (AutoStitch)

Toren Sint-Gummaruskerk (AutoStitch)