Hete dag

Wie vandaag rondfietst met een muts

is toch meer kwijt dan haar kluts?

Oh, en blijkbaar minstens één pedaal:

het meisje droeg ook nog een sjaal.

En haar handschoenen waren ’t bewijs

dat ze méér mist dan één vijs.

Zelf was ik eerder mijn noorden kwijt

door het diepe decolleté van die meid.

Gever van leven.

Ik fietste, volkomen per abuis

Dwars door een eenzame regenworm  heen

Hij krijgt er kop noch staart aan

Maar hij is niet meer alleen.

Kurzus

Ik ben vergeten wat ik leerde

op die sluipschuttercursus waar ik ooit eens opdook.

Ik mik nog altijd op de verkeerde

en dan mis ik ze nog ook.

Meer geluk

Ik fietste over een slak
’t viel echt niet te vermijden
er zei ergens iets krak
diep vanbinnen bij ons beiden

Tegenwoordig beleven zowel mijn kater als ik te weinig om hier serieuze dingen te posten… 🙂

Plat pas preferé

Onderweg naar huis, des nachts, per fiets, langs een donker fietspad, zonder licht, met enige XL-pilskes in ietwat onmannelijke glazen, in de graskant een kat, voor mijn wiel een egel:

Mijn kater keek naar de kat
de kat keek naar de egel
ik reed de egel plat
en mijn kater was ontregeld.

Noot 1: het scheelde maar een haar, egel, kat en kater stellen het wel. Maar het had gekund!

Noot 2: ik fiets in het donker altijd mét licht, alleen op dat fietspad niet.

Verder

als kind wou ik graag dichter zijn
of journalist of schrijver
maar net als die hele kindertijd
was die droom ook geen blijver

Wijnegem Shopping Center bij heet weer

Als een hele halve zool
liet ik mijn zonnebril niet wijken
want wat is meer geschikt
om stiekem rond te kunnen kijken?

De airco deed haar best
doch werd overklast door ’t geroezemoes
en dat werd dan weer overstemd
door al die vrouwen, losjes in de bloes.

Ge zijt zelf ne vetzak 😉

Heet

Ooooooooooooooh was ik maar geen heiden, maar gelovig en godsvruchtig,
dan bad ik het frisser was, of koel of zacht of luchtig.

Ik hang op mijn bureau als een vreemde brok raclette
en al is’t een voorschot op de hel: ik blijf toch lekker ketter

Dichter bij een rijmpoging geraak ik vandaag niet.

Groen van geest

zij een boerendochter, en ik, als kempenzoon,
wist dat te waarderen, potverdekke: zij was schoon

we lagen in de schuur, tot haar vader haar kwam halen
alleen hier in het stro: dàt noem ik pas balen

Yihaa, de Grote Vakantie begint vandaag!!!