Stoksken, deel II

Voornemens en Savooi gaan samen als ajuin en Savooi: veel geblaas, maar weinig concreets… Hoewel ik van plan was om ‘snel’ de vijf resterende Dingen te presenteren, zijn we meer dan een maand verder merkte ik net. Het was een drukke maand zullen we zeggen 😀

Voor de lol, en omdat ik niet aan 10 geraak, zal ik 1 Ding vertellen dat niet waar is. Muha, de spanning is ondraaglijk! Gok gerust welk er volgens u niet klopt. Zus: zwijgen, gun de rest van de mensheid ook een kans 😉

6. Mijn tempel van een lichaam wordt versierd door 1 kroeshaar. Er is uiteraard nét voldoende andere beharing voorzien, maar ik heb één echte kroeshaar. Op mijn borstkas. Zijn gezellen hangen er vrij stijl bij, maar hij is echt helemaal opgekruld. Solo-afro zeg maar. Voor alle dames die nu de victorie al ruiken en denken ‘Jama jama, dat heb ik toen toch niet gezien hoor!’: dat kan. Het ding groeit tot ie 5 keer rondgedraaid is, en dan valt het uit. Om enkele weken later terug op te duiken.

7. Ik ben bang van Brussel… Zodra ik uit de trein stap, voel ik me er ongemakkelijk. Moest mijn droomjob zich in de hoofdstad gaan afspelen, zelfs al is ze vetbetaald: ik laat ze schieten. Het feit dat ik ooit eens voor een stageplaats op gesprek mocht bij het te vroeg opgedoekte doch schitterende blad Teek, en toen verloren ben gelopen in Anderlecht, bij valavond, zal er vast voor iets tussenzitten. Want ik ben geen held.

8. Er zat vroeger een artiest slash mediafiguur in mij. Een doorgedreven kuur van hardnekkig zuipen en jarenlang VTM kijken hebben die gelukkig de nek omgewrongen. Als jonge snaak hielp ik mijn klas al naar de overwinning in de jeugdeditie van Cijfers & Letters. Toen ik iets ouder was, is een stukje poëzie van mij gepubliceerd nadat ik in één of andere wedstrijd goed gescoord had. En nog een beetje later heb ik een prijs gekregen van de stad Lier, voor mijn verdiensten op het toneelpodium. Helaas ben ik die prijs vergeten af te gaan halen.

9. De kleine teen aan mijn linkervoet heeft geen nagel. Geen kleintje, geen verharding zelfs… Het topje is wel vrijwel gevoelloos (ooit getest met een punaise 😀 ). Het valt gelukkig nauwelijks op, omdat mijn kleine tenen langs weerskanten wat naar buiten gedraaid zijn. En dom genoeg schaam ik me er voor. Een milde imperfectie, die me mateloos stoort. Ik geneer me niet om des zomers met sandalen rond te lopen (yep: lefgozer, dat wel), maar ik zorg er altijd voor dat ik een model koop waarin m’n kleine tenen niet te zien zijn.

10. Vroeger had ik een heleboel pennevrienden en -vriendinnen. Ik weet niet wat ik het leukst vond: brieven schrijven, of krijgen. Volgens mij heb ik al die brieven stuk voor stuk ook bewaard. Misschien dat ik daarom Twitter zo leuk vind, het zou nog leuker zijn moest dat ook met handgeschreven kattebelletjes werken.

Zo. Dat was wel leuk eigenlijk. En nu ga ik me eens afvragen of dit geen mooie laatste blogpost zou zijn.

4 gedachten over “Stoksken, deel II

  1. Dat van die punaise is echt vies! En dat tijdens mijn middagpauze wanneer ik net een stuk rauwe ham aan het verorberen was… 😉 Ik denk dat de Brusselfobie niet waar is. Of het Afrikaanse haar. Damn! Geen idee eigenlijk.

    PS laatste blogpost?

  2. Ik gok op de teennagel.

    Die laatste blogpost? Dat zou toch diegene moeten zijn waarin je fier aankondigt dat het stoppen met roken reeds een jaar succesvol geslaagd is!
    Ondertussen eten wij hier rustig verder savooi.

  3. Al mijn tenen hebben een nagel, 10 punten voor Katrien, en 5 punten voor animuz voor het meespelen 😉

    De goesting, spanning, interesse is weg, ik vergeet vaak zelfs dat de Savooistomp nog bestaat. Maar er is nog niks beslist.

Reacties zijn gesloten.