Omdat ik geen kinderen heb, en er niet meteen zie komen, kan ik ook niet op hen rekenen om de wereld te redden. Ik moet het dus zelf doen. Steeds vaker toets ik mijn consumptiegedrag af aan de vraag: is dit wel een beetje duurzaam? En steeds vaker handel ik daar ook naar. Nu ik al een tijdje voltijds werk, lukt me dat beter dan voordien, want je kan ‘duurzaamheid’ niet spellen zonder ‘duur’…
Voor het heil van de mensheid, en omdat ik geen rijbewijs heb en nooit zal hebben, verplaats ik me bijna altijd met de fiets. En zelfs een heel goeie fiets is een beetje als een huwelijk: uiteindelijk komt er sleet op. Onlangs moest ik me dan ook een nieuwe aanschaffen.
Fietsen draagt bij tot een duurzame mobiliteit, daar was ik al achter. Maar nu vroeg ik me eigenlijk af of die dingen ook duurzaam vervaardigd worden. En het antwoord blijkt: nope, nauwelijks… De grondstoffen voor het merendeel van onze rijwielen komen van ver, uit China bijvoorbeeld, waar ze op niet echt ecologisch verantwoorde manier worden gedolven. Ik negeer dan nog even de arbeidsomstandigheden van de plaatselijke werkmens en de afstand die het metaal moet afleggen tot bij mijn plaatselijke fietsenboer.
Bestaan er dan geen duurzame fietsen? Toch wel, ik vond er een paar! Je kan racefietsen en mountainbikes met een frame van bamboe bestellen. Afgezien van de prijs zijn dit niet echt fietsen voor mij: ik zocht een comfortabele stadsfiets. Onder meer omdat ik mijn eventueel toekomstige nageslacht heb beloofd dat ik nooit nog op zulk smal zadel zou plaatsnemen (au… de herinnering!).
En in Friesland wordt een fiets gemaakt uit allerlei materialen die ter plekke gewonnen kunnen worden: de Rebicycle. Très cool, maar ze worden alleen geleverd in de onmiddellijke omgeving. Niet eens zo onlogisch, vanuit ecologisch perspectief.
Dus heb ik me beperkt tot diezelfde basisregel uit de duurzame economie: buy local! De fietshandelaar hier was me daar dankbaar voor, hopen dat Moeder Aarde er ook zo over denkt.