Les in nederigheid

Afgelopen vrijdag mocht ik bij één van m’n oudste en dierbaarste kameraden flessen jenever gaan opdrinken. Hij was die flessen beginnen verzamelen sinds we als 16-jarigen Antwerpen begonnen te ontdekken. Gelukkig betrof het van die minibar-flessen, want dat anderhalve decennium gisten liet zich niet onbetuigd.

Daardoor zat ik zaterdag dus opgezadeld met m’n kater. En hoewel hij zich best heeft weten te gedragen tijdens de 10 uur durende shopping trip voor de Grote Verhuis, liet hij zich daarna alsnog gelden. Maar ik heb eindelijk iets ontdekt om hem stil te krijgen!

M’n zus, m’n kater en ik zaten wat te zappen, tot m’n zusje een frans kanaal vasthield waarop een soort voetbalmatch werd uitgezonden. Ik zeg een soort van, want dit was een sport voor échte mannen. Op een groot veld met aan weerskanten hilarisch hoge doelpalen, bulderden 30 stieren rond. Het doel van het spel was een soort ei-vormige klomp leer te verplaatsen. In welke richting dat net moest gebeuren was niet meteen duidelijk, men gooide met de bal en met elkaar, men stampte tegen die bal en op elkaar enzovoort.

Mijn kater begon te gniffelen, tot hij wat beter begon op te letten. Het belangrijkste verschil met voetbal is namelijk dat je medespelers bij voetbal kwaad zijn als je de bal verliest, terwijl men dat hier net leuk lijkt te vinden! Als je de bal vasthoudt, proberen de tegenstanders je te vloeren. En als je de bal verliest, springen je medestanders boven op je kop. En toen moest mijn kater slikken, hij werd erg stil toen een knaap ineens bedolven werd onder dik 400 kilo dynamiet! En men doet er laaang niet zo flauw als op een voetbalveld!! Waar die skinny bastards zichzelf laten vallen en beginnen huilen, probeerde er hier een kerel met de bal vandoor te gaan. Een vent met een andere kleur van T-shirt keek even achteloos om, stak zijn arm uit, spande zijn biceps en BAM de mens met de bal liep met zijn bakkes tegen de betonnen spierkabels. Mensen lief, in de vertraagde herneming werd zijn gezicht vervormd tot een soort scheve ananas, dus ik dacht: hallo, ziekenbroeders? Maar nee! Hij stond recht, trok zijn neus terug in de oorspronkelijke positie en feliciteerde de andere met zijn daadkrachtig optreden.

En m’n kater boog stilletjes zijn hoofd toen duidelijk werd wie écht de moedigste man is op zo’n rugbyveld: de scheidsrechter. De man haalde het in z’n hoofd om met zijn vlaggetje te wapperen, en werd prompt bestormd door een viking, een highlander en een Maori, alle 3 van het soort dat Dzjengis Khan en Attilla de Hun beleefd zouden groeten. We verwachtten allebei dat zijn vrouw spoeding een moeilijk telefoontje zou krijgen, maar nee hoor. O nee! De kolossen drukten hun ongenoegen luidop en expressief uit, doch zonder hun fatsoen te verliezen. En de scheids bleef er onbewogen bij. En met de staart tussen z’n benen is m’n kater in zijn mandje gekropen.

Een gedachte over “Les in nederigheid

Reacties zijn gesloten.